Laat lekker rijpen
De druif riesling is klein en rond met een vrij dikke schil. De kleur varieert van heldergroen als hij jong is tot goudgeel met bruinrode vlekjes, als ware het een bejaard persoon. Hij doet het rustig aan tijdens de groei en is pas laat rijp, in Europa rond oktober. Door zijn hoge zuren heeft hij als geen ander rijpingspotentieel. Na een paar jaar verandert de bleke kleur van de frisse wijn in strogeel en ontstaan complexe kruidige en zoete smaken met aardse aroma’s (hars, olie) die in Duitsland liefkozend Firne worden genoemd. Aan het begin van onze jaartelling zou het Romeinse garnizoen in Trier de druif hebben ontdekt en gecultiveerd op de meest zonnige steile hellingen langs de Moezel. In de 17e eeuw werd hij over heel Duitsland verspreid en inmiddels vind je hem wereldwijd in wat koelere wijngebieden; van Oostenrijk tot Canada tot Nieuw-Zeeland. De riesling-druif is een kameleon en als geen ander in staat om de omstandigheden van de bodem te laten doorsijpelen in de smaak.
Benieuwd naar het hele artikel? Je leest alles in WINELIFE 84. Deze bestel je hier!
Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op WINELIFE Magazine!
Wil je op de hoogte blijven van de leukste artikelen? Volg WINELIFE magazine op Instagram, Facebook en meld je aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.
Nederlands 
English (UK) 
Deutsch