5 VRAGEN AAN…

5 VRAGEN AAN…

Al meer dan drie jaar weten Bourgogneliefhebbers de winkel van Reinout Albrecht en zijn partner Mildred Janssen in Amsterdam te vinden, nadat zij eerder al wijnen importeerden voor de Nederlandse horeca. Je voelt je er altijd welkom en dankzij het Coravin-systeem kunnen bijna alle flessen bij Albrecht Janssen geproefd worden zonder de kurk te verwijderen.

1. Wat is je vroegste wijnherinnering?
“Het was geen Bourgogne maar een Bordeaux. Een Saint-Émilion Grand Cru. Meer weet ik helaas niet meer. Ik was denk ik twaalf. Met kerst had mijn vader, zoals hij meestal deed, een Mecklenburgse gans klaargemaakt. Hij heeft uit zijn kleine wijnkelder een van de flessen gehaald die geïmporteerd werden door een goede vriend van hem. Dit was mijn eerste echte glas wijn, en ik ben de structuur, de geur en de smaak nooit vergeten maar ben er ook nooit meer achter gekomen wat het nu precies was.”

2. Waarom is de Bourgogne jullie droomstreek?
“Bourgogne is geen droom. Bourgogne is ook geen liefde op het eerste gezicht. Het zijn wijnen die je moet leren kennen, wijnen die je met elk glas meer gaat waarderen. Je komt erachter dat de complexiteit van een Bourgogne nergens anders te vinden is, en langzaam maar zeker word je verliefd. Je vindt nergens anders zo veel verschillende wijnen in zo’n klein gebied, en van zo weinig druivenrassen. Elk lapje grond van een paar honderd meter heeft zijn eigen wijn met een eigen karakter. De wijn draagt dan ook eerst de naam van die wijngaard, en daarna komt pas heel klein de producent.”

3. Wat is het moeilijkste aan een wijnhandel bestieren?
“Je voorraad. Bourgogne gaat vooral om wijn van kleine producenten. Daar is niet veel van en je moet al vroeg inkopen, een paar jaar voor de verkoop. En dan maar hopen dat je een paar jaar later niet te veel van de ene en te weinig van de andere wijn blijkt te hebben gekocht. Je moet inschatten wat je klanten gaan waarderen, dat is heel spannend. Maar je moet ook inschatten hoe de economie zich ontwikkelt, of je klanten meer of minder geld zullen hebben.”

4. Als je een druivenras zou zijn, welke zou dat dan zijn?
“Ik zou graag de pinot noir noemen, naast de chardonnay de belangrijkste druif van de Bourgogne. Klein, met een dunne huid, kwetsbaar, kruidig, vol fruit en levenslust. Een beetje zuur, maar ook aards, veeleisend, heel complex, maar in principe opgewekt en kameraadschappelijk.”

5. Welke fles gaat mee naar een onbewoond eiland?
“Een fles Savigny les Beaune 1er Cru les Vergelesses Wit. Het kleine zusje van de Charlemagne. Een intense wijn, met veel vuursteen, overweldigende neus, geconcentreerd en vol, droog, met bijna niet te benoemen complex fruit. Elke slok laat een lange herinnering achter dankzij de mineraliteit van deze topwijn. Ik denk ook aan de Maranges 1er Cru le Clos des Rois. De buurman van Santenay, maar ruiger en opgewekter. De wijn heeft forse, ronde tannines, die goed worden gecompenseerd door het fruit. Absoluut niet een doorgewinterde topwijn, maar wel een typische rode bourgogne met eigenzinnigheid, vriendelijkheid, een beetje stug, maar uiteindelijk heel gul. Precies het karakter van de bourgondische wijnboer.”

Lees meer interviews in WINELIFE #55. Bestel hem hier!

Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op Winelife magazine!

nl_NLNederlands