De exclusieve smaak van vintage

De exclusieve smaak van vintage

Vintage straalt luxe uit. Het heeft iets speciaals. Iets waar je voorzichtig mee omgaat, zorgvuldig bewaart en, als het over champagne gaat, op heel bijzondere momenten drinkt.
Tekst: Magda van der Rijst

De exclusieve smaak van vintage

‘Vintage’ als kwaliteitsaanduiding kennen we vooral van champagne en port. Die worden gezien als de top van het assortiment en kosten het meest. Bij beide slaat vintage op wijnen gemaakt van druiven uit één excellent oogstjaar, die de potentie hebben om uitstekend te ouderen. Wijnen waarvoor je geduld wilt opbrengen. Daar laten we het bij voor wat betreft port en de overeenkomsten tussen port en champagne. Hier gaat het over vintage-champagne en over andere mousserende wijnen met een jaartal op het etiket. 

Mengwijn

De meeste champagnes worden samengesteld uit wijnen van verschillende oogstjaren. Dat mag. Elk jaar wordt er een vin clair (basiswijn) met de druiven van de nieuwe oogst gemaakt en die wordt met zogenaamde reservewijnen uit andere jaren gemengd. Reservewijnen worden speciaal achtergehouden om later in te zetten voor de stijl en smaak van een bepaald huis. Alleen in heel goede jaren, als de vin clair zo’n uitzonderlijke kwaliteit heeft dat het zonde is om zijn unieke smaak ‘weg te blenden’, wordt er een vintage of, op z’n Frans, millésimé van gemaakt. Zowel vintage als millésimé betekenen oogstjaar.

Lang rijpen

Mengen is bij een vintage-champagne absoluut verboden en hij moet verplicht langer rijpen. Een non-vintage, de ‘gewone’ champagne zonder jaartal, rijpt minimaal 12 maanden op de lie (gistresten), voor een vintage is dat 36 maanden. Drie jaar dus, maar de meeste champagnehuizen laten hun vintages veel langer liggen omdat hij tijdens het verblijf in de koele kelder eindeloos veel aroma’s ontwikkelt waardoor er uiteindelijk een heel complexe wijn ontstaat met een subtiele mousse. Logisch dat de basiswijn van uitzonderlijke klasse moet zijn, met veel concentratie en voldoende zuren. Lang niet elk jaar levert dergelijke druiven.  

Autolyse

Het geheim van alle champagnes (en andere mousserende wijnen, maar daarover later meer) zit hem in die flesrijping. De vin clair, de stille basiswijn die in roestvrijstalen tanks, eikenhouten vaten of amforen vergist, wordt ongeveer een half jaar na de oogst met een mengsel van suiker, wijn en gist (liqueur de tirage) gebotteld. Kurk erop en in de dichte fles gaat de wijn opnieuw gisten, waarbij koolzuur ontstaat die niet uit de fles kan. Als de gisten uitgewerkt zijn sterven ze af, vallen uit elkaar en bij deze afbraak, autolyse, ontstaan nieuwe stoffen als mannoproteïnen, polysachariden en aromastoffen. Die zorgen voor een andere, rondere textuur en rijkere smaak. Typische autolysetonen zijn onder meer toast, brioche, croissant, noten, honing, gedroogde vruchten, mokka en soms zelfs koffie. Die tweede vergisting in de fles en de daarbij behorende autolyse is de essentie van mousserende wijn gemaakt volgens de traditionele methode, zoals champagne. Hoe langer de wijn in contact blijft met die ‘afbraakstoffen’, hoe meer tijd er is voor ontwikkeling van aroma’s. Daardoor hebben vintage-wijnen veel smaak, waarin je de klasse van het oogstjaar kunt proeven.

Verder lezen? Je vindt meer informatie in WINELIFE Magazine, editie 86. Deze bestel je hier. 

Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op WINELIFE Magazine!

Wil je op de hoogte blijven van de leukste artikelen? Volg WINELIFE magazine op InstagramFacebook en meld je aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.

nl_NLNederlands