Zwitserland is vooral beroemd door de bergen, het bankgeheim en de kaasfondue. Maar het best bewaarde geheim is dat hier ook fantastische wijn wordt gemaakt. Daarom pakte WINELIFE de trein naar dit wijnland, om dit geheim te doorgronden.
Tekst: Chateau Petri | Beeld: Unsplash | Met dank aan Zwitserland Toerisme en Wallis Promotion
Wijn is niet het eerste dat in je opkomt als je denkt aan Zwitserland. Toch heeft dit land een eeuwenoude wijngeschiedenis en een wijncultuur boordevol tradities en vakmanschap. Helaas komen de wijnen, vooral die van de autochtone rassen, zelden buiten de landsgrenzen. De reden is dat er niet enorm veel van wordt gemaakt en dat de Zwitsers de wijnen zelf ook zeer waarderen. De gemiddelde Zwitser drinkt ongeveer 35 liter per jaar (cijfers uit 2022). Daarmee komt het land wereldwijd op de vierde plaats als het gaat om wijnconsumptie. Slechts een à twee procent van de Zwitserse wijn wordt geëxporteerd.
Daar komt nog bij dat wijnbouw een nationale hobby is in Zwitserland, de wijnranken staan er bij wijze van spreken in de achtertuin. Er zijn veel piepkleine wijnboeren, de meesten beheren minder dan één hectare en verkopen hun druiven aan een coöperatie. Dat kunnen internationale druivenrassen zijn, zoals chardonnay, sauvignon blanc en syrah, maar de Zwitsers zijn kampioen in het werken met inheemse druiven, zoals cornalin, gamaret, garanoir, petite arvine, amigne en sylvaner, die je niet vaak in Nederland tegenkomt. Je moet ze dus gewoon zelf komen proeven. Helemaal geen straf, want ook buiten het skiseizoen is het hier prachtig. Je waant je in een ouderwetse ansichtkaart, zo mooi!
Ontgrendel dit artikel
Wil je dit artikel gratis verder lezen? Vul je e-mailadres in of ga verder met Google/LinkedIn en lees direct verder.
Nederlands 
English (UK) 
Deutsch