‘HIER MET DIE 1945!’

‘HIER MET DIE 1945!’

WINELIFE speurt naar vintage in wijnkelders. Bij Jean-Paul Carrière in het Franse dorpje Vulbens in de Haute-Savoie mogen we zijn oudste fles proeven. Een zoete Bergerac uit 1929: Château Monbazillac Grand 1er Cru. Ondanks dat de fles geopend was toen Jean-Paul hem niet lang geleden kreeg, smaakt de wijn nog steeds goed, bijna honderd jaar oud! Een beetje naar pinot noir gek genoeg, met de zuren van een sherry, maar het zoet is nog duidelijk aanwezig – al zal de alcohol verdwenen zijn. Ook Jean-Paul is verrukt: “Heerlijk met foie gras!” In zijn kelder heeft de oud-ingenieur, die studeerde aan de befaamde École Polytechnique, sinds een jaar de geërfde wijncollectie van zijn oom en tante, die in vroeger tijden zelf een wijngaard bezaten in Fronsac. Of wat daar nog van over is, want helaas zijn veel van de wijnen vergaan of is het etiket door vochtschade van de fles verdwenen. “Ik heb een aantal grote millésimes van mijn oom gedronken waarvan de kurk nog goed was, want die moet je elke twintig jaar vernieuwen,” zegt Jean-Paul. Dat de fles uit de Dordogne nog wel smaakt komt door de zoete wijnsoort; Sauternes en Monbazillac kun je lange bewaren.

Maar dan komt hij boven met een fles met op het halslabel ‘Selection 1945 Rotschild’. Opgewonden grijpen we hem beet. Helaas, de fles is leeg en en het grote etiket is verdwenen. Zelfs een fraudeur kan hier niets meer mee. Want stel dat het hier gaat om een Château Mouton Rothschild 1945, dan zou een volle fles in goede conditie wel 20.000 euro kunnen opbrengen. De eerste oogst na de Tweede Wereldoorlog was in Bordeaux een fantastische. En de vintage 1945 van Mouton, dat destijds nog niet tot de hoogste klasse behoorde, bracht op veilingen jarenlang zelfs meer op dan de eerste crus. Mede met dank aan de weinführer die door de Duitsers was aangesteld om tijdens de oorlog de wijnhandel in Bordeaux te bewaken. Baron Philippe de Rotschild was overigens in 1945 op tijd terug van zijn onderduikadres in Engeland om de oogst zelf te coördineren.

Jean-Paul heeft nog wel een volle Saint-Julien staan, misschien iets om door een expert te laten bekijken. Of natuurlijk om gewoon te openen en te proeven. Voordat de oude familiewijnen hem toekwamen was zijn kelder niet leeg: “De eigenaar van Château Labégorce Margaux, Hubert Perrodo, was een zakelijke klant van mij en gaf jaarlijks magnums cadeau.” Die kon je ten minste delen met de familie, want de fles van 75 centiliter is ooit uitgevonden omdat dat genoeg is voor één persoon, zo vertelt hij. De lege flessen Labégorce 1984 staan nog op het schap. Deze Bordeauxblend uit de Médoc zou nu zo’n 50 euro opbrengen per standaard fles (volgens WINE-SEARCHER.COM) en een magnum in verhouding meer: er komt minder zuurstof door de kurk bij een groter volume wijn. Gevraagd naar zijn beste glas ooit herinnert hij zich wat hij als student dronk: “Bourgogne, AOC Vosne-Romanée van Domaine de la Romanée. Mijn vader kocht de wijn zelfs voordat er geoogst werd, dus zonder te proeven. Er was het risico op een slecht jaar, maar de naam was natuurlijk vertrouwd. Van het gekochte vat tapte en bottelde hij zelf de flessen.” Als laatste anekdote vertelt hij dat in de streek waar hij woont op de noordelijke hellingen de noah-druif werd verbouwd. Van de goedkope wijn dronk men soms wel 7 liter op een dag. Totdat bleek dat mensen daar blind van werden en het druivenras ten slotte door de regering in heel Frankrijk werd verboden. Een vat vol verhalen, deze Fransman. (tekst & foto: Marjolein Schuman)

Lees meer verhalen en interviews in WINELIFE #55. Koop hem in de winkel of bestel hem hier.

Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op Winelife magazine!

nl_NLNederlands