Karin Leeuwenhoek is theoloog, vinoloog en communicatiewetenschapper. Ze heeft negentig Italiaanse olijfbomen, maar houdt vooral van wijn – en erover filosoferen. Zie ook haar wijnblog vinoblogie.nl. In iedere editie van WINELIFE Magazine schrijft ze een column.
Toen ik voor de kerstdagen werd uitgedaagd een vegan menu te bedenken, merkte ik welk ingrediënt ik naast roomboter het moeilijkst kon missen: ei. Als smeuïg bindmiddel en bij het bakken van hartig en zoet gebak. Tuurlijk zijn er plantaardige alternatieven, maar die zijn gewoon minder lekker. Vegan wijn is gelukkig een heel ander verhaal. Voor wijn heb je echt geen dierlijke ingrediënten nodig. Nee, ook geen caseïne (melkeiwit), albumine (uit kippeneiwit), gelatine (van dierlijk collageen) of vislijm (viscollageen) als klaringsmiddel, om de wijn helder of zachter te maken. Dat leerden we vroeger wel in de wijnboeken, maar er zijn tegenwoordig prima plant-based alternatieven voor. En vooral bij de productie van witte wijn wordt al heel lang bentoniet gebruikt, klei. Een veganistische wijn maken is niet moeilijker dan ’m niet-vegan maken, en prijs- of smaakverschil hoeft er ook niet te zijn.
Van de gebruikte hulpmiddelen blijven hooguit sporen achter in de wijn, omdat ze zich binden en dan bezinken, en er ook nog eens uit worden gefilterd. Een Vegan-logo op een fles wijn vind ik daarom eigenlijk maar flauw en vaak neigen naar greenwashing. Het labeltje komt op veel mensen milieuvriendelijker over, terwijl het helemaal niets zegt over duurzaamheid zoals pesticiden- en kunstmestgebruik in de wijngaard. Producenten maken er, begrijpelijkerwijs, gretig gebruik van.
Ontgrendel dit artikel
Wil je dit artikel gratis verder lezen? Vul je e-mailadres in of ga verder met Google/LinkedIn en lees direct verder.